ATTENTION: ENGLISH
Assembling and using of the safety product is only allowed after the assembler and user read the original installation and application instruction in his national language.
FRANÇAIS
Le montage et l’utilisation du dispositif de sécurité ne sont autorisés qu’après lecture par le monteur et par l’utilisateur de la notice d’origine de montage et d’utilisation dans la langue du pays concerné.
ATTENTIE: NEDERLANDS
De montage en het gebruik van de veiligheidsinrichting is pas toegestaan, nadat de monteur en de gebruiker de originele montage- en gebruikershandleiding in de desbetreffende taal gelezen hebben.
Horizontale kabelsystemen volgens EN 795C mogen uitsluitend door geschikte, deskundige en met het dakbeveiligingssysteem vertrouwde personen volgens de actuele stand van de techniek worden opgebouwd.
Het systeem mag enkel door personen gemonteerd resp. gebruikt worden die vertrouwd zijn met deze gebruikshandleiding – en met de ter plekke geldende veiligheidsregels en lichamelijk en geestelijk gezond zijn en aangaande de PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) geschoold zijn.
Beperkingen in de gezondheid (hart- en bloedsomloopproblemen, inname van medicijnen, alcohol) kunnen de veiligheid van de gebruiker tijdens werkzaamheden op hoogte nadelig beïnvloeden.
Tijdens de montage/het gebruik van de verankeringsvoorziening dienen de desbetreffende preventievoorschriften (bv. : werken op daken) nageleefd te
Er moet een schema voorhanden zijn dat rekening houdt met reddingsmaatregelen bij alle mogelijke noodgevallen.
Voordat met werken begonnen wordt, moeten maatregelen getroffen worden zodat er geen voorwerpen van het werkgedeelte naar beneden kunnen De zone beneden de werkplek (stoep, etc.) dient vrijgehouden te worden.
De monteurs moeten controleren of de ondergrond voor de bevestiging van de verankeringsvoorziening geschikt In geval van twijfel dient een staticus geraadpleegd te worden.
Als er tijdens de montage vragen optreden, dient absoluut contact opgenomen te worden met de fabrikant.
De afdichting van de dakbedekking dient op vakkundige wijze volgens de toepasselijke richtlijnen te gebeuren.
De deskundige bevestiging van het beveiligingssysteem op het bouwwerk dient door plugprotocollen en foto’s van de desbetreffende inbouwsituatie gedocumenteerd te
Rvs mag niet met schuurstof of stalen gereedschappen in contact komen, dit kan leiden tot
Alle rvs schroeven dienen vóór de montage met een geschikt smeermiddel ingesmeerd te
Het horizontale levenslijnsysteem dient zodanig gepland, gemonteerd en gebruikt te worden dat bij deskundige toepassing van de persoonlijke beschermingsmiddelen geen val over de dakrand mogelijk is. Bij toegang tot het dakbeveiligingssysteem dienen de posities van de verankeringsvoorzieningen door schema’s (bv.: schets van het bovenaanzicht van het dak) gedocumenteerd te worden.
De vereiste minimale vrije ruimte beneden de dakrand tot de grond wordt als volgt berekend: opgave van de fabrikant van de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen + doorhangen van de kabel vlg. tabel+ kabeldoorbuiging + lichaamsgrootte + 1m veiligheidsafstand.
De bevestiging aan het horizontale kabelbeveiligingssysteem gebeurt door middel van de kabelglijder. De glijder mag uitsluitend in combinatie met de originele karabijnhaak, het originele horizontale kabeltraject met de 8 mm rvs kabel en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) gebruikt worden.
Attentie: Voor horizontaal gebruik mogen enkel vallijnen gebruikt worden die voor dit gebruiksdoel geschikt en gecontroleerd zijn voor de desbetreffende randuitvoering (scherpe randen, steeldeck, staaldragers, beton etc.). Er kunnen door de combinatie van losse elementen van de genoemde uitrustingen gevaren ontstaan, doordat de veilige functie van één van de elementen nadelig kan worden beïnvloed. (desbetreffende gebruikshandleidingen in acht nemen!)
Als het kabeltraject als bevestingssysteem gemonteerd is, dan dient het koppelingsmiddel zodanig ingesteld te worden dat neerstorten onmogelijk is, wanneer het kabeltraject met een inkortring gebruikt wordt. Ieder systeem is onderhevig aan maximale grenswaarden. Deze zijn vastgelegd op het typeplaatje van uw installatie en mogen niet overschreden worden.
Vóór gebruik dient het gehele veiligheidssysteem door visuele controle op duidelijke gebreken (bv.: losse schroefverbindingen, vervormingen, slijtage, corrosie, defecte dakafdichting enz.) gecontroleerd te worden. Als er twijfels bestaan met betrekking tot het veilig functioneren van het beveiligingssysteem, dient dit door een deskundige gecontroleerd te worden (schriftelijke documentatie).
De hele beveiligingsvoorziening inclusief de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen dienen minimaal een keer per jaar aan een controle door een deskundige onderworpen te worden. De controle door een deskundige dient in het meegeleverde inspectieprotocol gedocumenteerd te worden. Na een valbelasting dient het gehele beveiligingssysteem aan verder gebruik onttrokken te worden en door een deskundige gecontroleerd te worden (deelcomponenten, bevestiging op de ondergrond etc.). De levenslijn werd ontwikkeld als beveiligingssysteem voor personen en mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Nooit ongedefinieerde lasten aan het beveiligingssysteem hangen. Bij een windkracht die hoger is dan normaal, mogen beveiligingssystemen niet meer gebruikt worden. Na een hevige storm moet het dak (de ondergrond) eerst gecontroleerd worden, voordat de beveiligingsinstallatie weer gebruikt wordt.
Er mogen geen wijzigingen aan de vrijgegeven verankeringsvoorziening uitgevoerd. Het kabelsysteem moet volgens de voor het land gebruikelijke bliksembeveiligingsbepalingen in de bliksembeveiliging opgenomen worden en mag niet als bliksemafleider gebruikt. Bij schuine dakvlakken moet door geschikte sneeuwvangers voorkomen worden dat daklawines (ijs, sneeuw) omlaag glijden. In gebieden waar veel sneeuw valt, moet het horizontale kabelsysteem in de buurt van de nok van het dak gemonteerd worden!
Als het beveiligingssysteem aan externe opdrachtnemers wordt afgestaan, dienen de montage- en gebruikshandleidingen schriftelijk toegewezen te worden.
Indien de uitrusting naar een ander land verkocht wordt, moeten de montage- en gebruikshandleidingen in de taal van het betreffende land ter beschikking gesteld worden.
Er gelden algemene preventievoorschriften, regels en normen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen.
Voordat het kabelsysteem wordt gebruikt, dient de valindicator klem en de veervoorspanning op de eindkoppelingen gecontroleerd te worden (zie pagina 10).
Ideale kabelvoorspanning 50 – 120 kg.
Als er geen kabelvoorspanning op de eindverbindingen te zien is, dan dient het systeem door een deskundige gecontroleerd te worden. Mochten er echter door corrosie of vervorming etc. aanwijzingen voor beschadigingen van de installatieonderdelen of van de rvs-kabel herkenbaar zijn, dan mag het systeem niet meer gebruikt worden.
Het door HWV FACILITIES geplaatste horizontaal kabelbeveiligingssysteem moet vóór ieder gebruik gecontroleerd worden op de voorgeschreven staat (visuele controle), en eens per jaar door een deskundige die met het kabelbeveiligingssysteem vertrouwd is. In uitzonderingsgevallen zijn, afhankelijk van het desbetreffende toepassingsbereik, extra inspecties nodig. (blikseminslag, brand, corrosieve atmosfeer etc.) De inspectie-intervallen vindt u op het typeplaatje. Meer info over keuringen en onderhoud vindt u terug in het document jaarlijkse verplichte keuring.
Controleer de harnasgordel, koppelingsmiddelen en verankeringspunten volgens de betreffende handleidingen dient u te laten controleren door een erkend keuringsorgaan die erkend is om pbms te keuren.
Onderzoek vóór het gebruik de Levenslijn glijder op aanwijzingen voor slijtage, beschadigingen of corrosie.
Verzeker u ervan dat de karabijnhaak correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is. Gebruik de glijder enkel samen met de originele karabijnhaak en uw levenslijn kabelbeveiligingssysteem. ( diameter van rvs kabel 8 mm)
De spleetafmeting (doorloopspleet) van de glijder mag in gesloten staat niet groter zijn
dan 4,0 mm. De jaarlijkse controle dient in het INSPECTIEPROTOCOL (kopieerdocument in de montagehandleiding / gebruikersexemplaar) gedocumenteerd te worden!
Bij de test ingeschakelde genotificeerde instantie:
DEKRA EXAM GmbH, Dinnendahlstrasse 9, D-44809 Bochum
Er moet een PBM-verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:
Typeaanduiding: LEVENSLIJN type
Nummer(s) van de desbetreffende norm(en): EN 795:1996 Klasse C
Naam of logo van de fabrikant/verkoper: HWV FACILITIES
Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: xxxx/20xx
Teken dat de gebruikshandleiding in acht moet genomen Worden
CE-Teken met de code van de genotificeerde instantie: CE 0158 DEKRA EXAM GmbH of gelijkwaardig
Benaming: doorlopende kabelinstallatie-
Jaarlijkse controle: datum van de volgende jaarlijkse controle
Geïnstalleerd door: naam en adres van de montagefirma
Valdemper noodzakelijk: JA
Maximale kabeldoorbuiging: 2m
Maximaal aantal gebruikers: 3
Er moet een PBM-verwijzing zijn aangebracht en deze moet de volgende informatie bevatten:
Typeaanduiding: LEVENSLIJN type
Nummer(s) van de desbetreffende norm(en): EN 795:1996 Klasse C
Naam of logo van de fabrikant/verkoper: HWV FACILITIES
Serienummer en bouwjaar van de fabrikant: xxxx/20xx
Teken dat de gebruikshandleiding in acht moet genomen Worden
CE-Teken met de code van de genotificeerde instantie: CE 0158 DEKRA EXAM GmbH
Benaming: doorlopende kabelinstallatie
Jaarlijkse controle: datum van de volgende jaarlijkse controle
Geïnstalleerd door: naam en adres van de montagefirma
Maximaal aantal gebruikers: 2
Losse aanslagpunten en horizontale kabelbeveiligingssystemen dienen ertoe om werknemers met een persoonlijke veiligheidsuitrusting vast te maken.
Het beveiligingssysteem Levenslijn is ontwikkeld voor gebruik door personen op horizontale locaties waar valgevaar bestaat. Levenslijn bestaat uit roestvrij 8 mm rvs dat door twee eindbevestigingen en verschillende tussenankers gedragen wordt. De gebruiker is door middel van persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) en bovendien door de Levenslijn kabelglijder met het systeem verbonden. Als doorloopsysteem ontworpen, biedt Levenslijn de gebruikers onbelemmerde bewegingsvrijheid doordat de tussenankers en de curven zonder weerstand worden gepasseerd. Levenslijn kan op gevels, platte daken en schuine daken gemonteerd worden. Om de valbelasting voor personen zo laag mogelijk te houden, is de kabelbeveiliging uitgerust met moderne voorspannings- en dempingselementen. Attentie: Verankeringspunten zijn plastisch vervormbaar!
Horizontaal kabelbeveiligingssysteem volgens EN 795 klasse C. Het aantal personen dat het kabelsysteem op hetzelfde tijdstip mag gebruiken, kunt u ontlenen aan het typeplaatje van uw installatie.
Enkel personen die vertrouwd zijn met deze handleiding en lichamelijk resp. geestelijk gezond zijn, mogen het systeem gebruiken. Als er twijfels bestaan, mag het systeem niet gebruikt worden. (Er moeten minimaal 2 personen aanwezig zijn en er moeten evacuatiesystemen vastgelegd zijn).
Opvanggordels en de lengtes van de verbindingsmiddelen moeten op het desbetreffende object afgestemd worden en voldoen aan de geldige normen. Iedereen die in zones met valrisico’s actief is, dient onder eigen verantwoordelijkheid op de valhoogte te letten. De verbinding met de aanslagvoorziening dient zo kort mogelijk gehouden te worden om de hoogte van de vrije val te beperken.
Bij het omhoog gaan naar het beveiligingssysteem en het gebruik daarvan dienen alle bepalingen voor de werkveiligheid absoluut nageleefd te worden. Er gelden algemene preventievoorschriften, regels en normen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen.
Levenslijn systeemonderdelen zijn gemaakt van rvs of gelijkwaardige materialen. Onder normale gebruiksomstandigheden wordt een fabrieksgarantie van 2 jaar op alle componenten voor fabricagefouten verleend. Wanneer het systeem echter in bijzonder corrosieve atmosferen ingezet wordt, kan deze termijn worden ingekort. In geval van belasting (val) vervalt de aanspraak op fabrieksgarantie voor die componenten die energie absorberend ontworpen zijn, resp. zich eventueel vervormen en daardoor vervangen moeten worden.
Attentie: Voor de systeemmontage en componenten die door deskundige montagebedrijven onder hun verantwoordelijkheid geleverd en geïnstalleerd worden, neemt HWV FACILITIES bij ondeskundige montage geen verantwoordelijkheid op zich en verleent het ook geen fabrieksgarantie.
Levenslijn werd ontwikkeld om de gebruiker volledige bewegingsvrijheid te garanderen, zonder dat het beveiligingssysteem losgekoppeld moet worden.
Het kenmerk van het glijanker is dat het zonder weerstand langs de beveiligingskabel loopt. Hij glijdt aan beide zijden van het kabeltraject en loopt over doorloopsteunen en door curven heen. De glijder mag uitsluitend in combinatie met de originele karabijnhaak, het Levenslijn horizontale kabeltraject met de 8 mm rvs kabel en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) gebruikt worden.
De kabelglijder vormt een onderdeel van uw horizontale levenslijnsysteem. Deze kan echter op iedere willekeurige plaats in het Levenslijn kabelsysteem ingehangen of losgemaakt worden.
Losmaken van het systeem gebeurt net zoals het bevestigen, alleen op precies de omgekeerde wijze. Er mag echter niet vergeten worden dat de beveiliging van de persoon eindigt bij het losmaken van het systeem, en dat er voor het geval van een nog steeds bestaand valrisico nog een tweede beveiligingsvoorziening voorhanden moet zijn.
De glijder bezit geen bewegende onderdelen en is zodoende onderhoudsarm. De spleetafmeting (doorloopspleet) van de glijder mag in gesloten staat niet groter zijn dan 4,0 mm.
Inhangen/losmaken:
Door de twee helften van de glijder (afb.1) te verschuiven kunt u de glijder op het kabelsysteem (minimaal 8 mm rvs kabel 7/7) plaatsen of losmaken. Als de glijder gesloten is, dan wordt deze met de originele karabijnhaak (volgens EN 362) vergrendeld en met de persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem) verbonden. (afb. 2)
Verzeker u ervan dat de karabijnhaak correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is.
Eenvoudig inhangen of losmaken Zekeren door karabijnhaak Spleetafmeting maximaal 4,0 mm
Alternatieve kabelglijders
Als verankeringspunt voor 1 persoon met persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem).
Als uw installatie met een kabelglijder met wielen, kabelglijder voor curven met wielen of een kabelglijder uitgerust is, dan maakt deze deel uit van de kabelbeveiligingsinstallatie en mag hij enkel door vakkundige resp. deskundige personen gemonteerd of gedemonteerd worden. De bevestiging aan de glijder vindt plaats met behulp van de meegeleverde originele schroefkarabijnhaak (volgens EN 362) en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens EN 361 (harnasgordel) en EN 363 (valstopsysteem). Verzeker u ervan dat de karabijnhaak steeds correct en volledig gesloten (vastgeschroefd) is. Vóór het gebruik dienen de glijders op duidelijke gebreken gecontroleerd te worden. (b.v.: losse schroefverbindingen enz.)
· Rvs kabel
Originele HWV FACILITIES – rvs kabel (8 mm, 7 x 7 draden), breukbelasting 37 kN.
· Tussenankers
Door de beweeglijke tussenankers bedraagt de glijhoek ca. 220 graden. Hierdoor kan het kabeltraject aan beide zijden comfortabel worden belopen.
· Eindslotbevestiging
Levenslijn is een met een veer voorgespannen kabelbeveiligingssysteem. Bij een val wordt door de veerspanning het zogenaamde „zweepslageffect“ gereduceerd.
In combinatie met de energie dempende verbinding vermindert dit de valbelasting voor de gebruiker in aanzienlijke mate.
De veervoorspanning in het eindslot dient te liggen tussen 50 en 120 kg. (Afb.1) Met de valindicator klem kan een systeembelasting vastgesteld worden. (Afb. 2)
· Typeplaatje (standaard): (Symboolplaatje)
Bij kleine valhoogten (afdaken, balkons, etc.) dienen de persoonlijke beschermingsmiddelen overeenkomstig aangepast te worden. Hierbij kunnen bevestigings- of positioneringssystemen volgens de desbetreffende normen en bepalingen gebruikt worden.
Bevestigingssysteem volgens EN 358
Bij bevestigingssystemen dient een vrije val te worden voorkomen. Door het juiste gebruik van de valbeveiliging dient iemand al helemaal niet in de situatie terecht te komen waarin een dergelijke vrije val mogelijk is. Dit wordt bereikt door het gebruik van geschikte koppelingsmiddelen of inkortringen. Iedereen die actief is in zones met valrisico’s moet er zelf voor zorgen dat de gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen aan de vereiste normen voldoen en dat de verbinding met het valbeveiligingssysteem zo kort mogelijk gehouden wordt om gewoon niet in de situatie van een val terecht te komen.
Aanduiding:
Wanneer deeltrajecten als bevestigingssysteem vastgelegd worden, dan gebeurt de aanduiding van deze trajecten met extra typeplaatjes, die direct en permanent aan het begin en het einde van het deeltraject gemonteerd worden. Let altijd op de grootst mogelijke valhoogte!!
De opdrachtgever controleert de prestaties van de opdrachtnemer. De montage- en gebruikshandleidingen, documentatie van de bevestigingen en controlebladen zijn aan de opdrachtgever (bouwheer) overhandigd en dienen aan de gebruiker ter beschikking gesteld te worden. Bij de toegang tot het beveiligingssysteem dienen de posities van de verankeringsvoorzieningen door de bouwheer door middel van schema’s (bv.: schets van het bovenaanzicht van het dak) gedocumenteerd te worden.
De vakkundige, met het veiligheidssysteem vertrouwde monteur, bevestigt, dat de montagewerkzaamheden vakkundig, volgens de actuele stand van de techniek en volgens de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant uitgevoerd zijn. De veiligheid technische betrouwbaarheid wordt door het montagebedrijf bevestigd. De installatie dient 1 jaar na indienststelling (zie datum onderaan) herkeurd te worden volgens EN795 klasse C.
Bij de systeemtoegang dient de instructie goed zichtbaar door de bouwheer aangebracht te worden!!
Het systeem dient volgens de actuele stand van de techniek en volgens de montage- en gebruikshandleiding gebruikt te worden.
Bewaarplaats voor de montage- en gebruikshandleiding, testprotocollen, enz. is:
Overzichtsschema met de locatie van de verankeringsvoorzieningen:
Wenst u meer info over valbeveiliging van daken en gebouwen? Schrijf u in op onze nieuwsbrief en ontvang informatie en nieuwigheden over valbeveiligingsoplossingen.